14 insprekers stonden er op de agenda van de Leidse Raadscommissie Werk & Middelen van 18 februari jl. Insprekers afkomstig uit winkeliersverenigingen, bewonersorganisaties, de WMO-Raad en zelfs een hoogleraar van de UVA. De boodschap was duidelijk: handen af van de Herenstraat, de Van ’t Hoffstraat en de Lammenschansweg! Dat heeft een uitleg nodig want wat is er aan de hand? Het college heeft in regionaal verband de Retailvisie 2025 vastgesteld. Een visie op winkelgebieden en in het bijzonder het vitaal houden van winkelgebieden in de Leidse Regio. Daar verdient het college een compliment voor. We kunnen er immers niet omheen dat er in de retail het nodige aan het veranderen is. Winkelconcepten die geen duidelijke signatuur hebben vallen met bosjes tegelijk om. V&D is daar het meest recente voorbeeld van. En ook consumenten besteden hun geld anders dan vroeger, bijvoorbeeld op internet. Bovendien trekken consumenten zich niets meer aan van gemeentegrenzen. Leiden, Leiderdorp of Voorschoten, het maakt de funshopper niet zo veel meer uit. Goed dus dat het college probeert samen met de collega-gemeenten in de regio de fysieke winkelgebieden toekomstbestendig te maken.
Over de bril waardoor gekeken is bij het opstellen van de visie, zijn kanttekeningen te plaatsen. De bril die is opgezet is de bril van het regionale perspectief. Alle winkelgebieden in de Leidse regio, ruim 40 in totaal, zijn met elkaar vergeleken. In de retailvisie wordt de aanname gedaan dat de consument net zo makkelijk op de Lange Voort in Oegstgeest als in de Van ’t Hoffstraat in Leiden winkelt. Wie inzoomt ziet dat dat een verkeerde aanname is. Er is nauwelijks iets regionaals aan de Van ’t Hofstraat of de Herenstraat. Dat zijn winkelgebieden die een sterke binding hebben met de wijk waarin ze liggen. Dat geldt ook voor de Oranjegalerij in Leiderdorp of de Beatrixstraat in Rijnsburg. Dat je het centrum van Leiden langs de regionale meetlat legt is te begrijpen, maar Leidse boodschappenstraten niet. Volgens mij moeten we die in een regionale visie buiten beschouwing laten.
Een andere bril waardoor gekeken is, is de bril van landelijke consumententrends. Toegegeven, daar ontkom je niet aan. Pop-up stores en brandstores schieten als paddenstoelen uit de grond en zijn kansrijk voor het centrum van Leiden. Webwinkels nemen een deel van de markt over. Echter, waar aan voorbij gegaan wordt, is dat er ook een hele grote onderstroom aan consumenten is die teruggaat naar het ambachtelijke winkels, met service en maatwerk. Met vakkennis en beleving van een breed assortiment dat je ook nog eens kan proeven. Een stroom die niets heeft met het anonieme ketenbedrijf of de nog anoniemere webwinkel. Geen snelle hap voor hen, maar kwaliteitsproducten gekocht bij de ambachtelijk vakman die kennis heeft van zijn product en vraagt of het wellicht een onsje meer mag zijn. Aan de waarde van deze ambachtelijke winkeliers, die je vindt in straten als de Herenstraat en de Van ’t Hoffstraat, gaat de Retailvisie voorbij. Ook aan de sociale functie die deze winkels spelen in de wijk trouwens. Die rol is helemaal niet meegewogen in de retailvisie maar o zo belangrijk!
En dan is er nog de Lammenschansweg, de enige PDV-locatie in Leiden. PDV staat voor Perifere DetailhandelsVestiging. Ofwel detailhandel die zich traditioneel niet in het centrum maar aan de randen van de stad vestigt. Detailhandel die volume nodig heeft en afhankelijk is van goede bereikbaarheid. Neem een bouwmarkt, een Intersport of een interieurzaak. Die kunnen hun concepten niet kwijt in de beperkte vierkante meters in het Leidse centrum. Die hebben de ruimte nodig. De Lammenschansweg is de enige locatie in Leiden waar genoemde winkelconcepten gevestigd zijn. Het is in vergelijking met de andere PDV-locaties als Wooon en de Baanderij in Leiderdorp en de Rijnekeboulevard in Zoeterwoude is de Lammenschansweg een kleine speler. Het aantal vierkante meters tikt er nog net niet de 10.000 aan. Wooon heeft er ruim 35.0000. Rijneke nog veel meer. Landelijk is er een trend zichtbaar dat winkels op PDV-locaties het slecht doen. Geluiden dat Wooon in Leiderdorp op sterven na dood is zijn hardnekkig en worden steeds luider. De Lammenschansweg daarentegen doet het qua omzetten gewoon goed!
Er zit een saneringsopgave in de PDV-locaties om leegstand te voorkomen. In de Leidse Regio is de saneringsopgave ongeveer 30.000m2. Het voornemen is om de Lammenschansweg op te geven zo staat in de Retailvisie. Daarmee zouden we dus 9.000 saneren, lang niet voldoende. Maar waarom De Lammenschansweg? De omzetten zijn goed, winkels zitten er vaak al decennialang en het is de enige PDV-locatie in Leiden. Die ook nog eens goed loopt. “We plegen euthanasie op de verkeerde patiënt” zei een van de insprekers. En daar slaat hij volgens mij de spijker op zijn kop. Zou het niet veel verstandiger zijn om Wooon te saneren? Daarmee haal je meteen de saneringsopgave en verlos je Wooon direct uit haar lijden. En daarmee behouden we een gezonde PDV-locatie aan de Lammenschansweg!
De discussie over de toekomst van Leidse winkelgebieden zal op donderdag 17 maart in de Leidse Raadscommissie Werk & Middelen losbarsten. Een ding kan ik alvast verklappen: Het CDA is blij met de retailvisie en vindt het ook een goede basis voor de toekomst. Echter, wij zullen strijden voor ondernemerschap in Leiden en dus strijden voor het behoud van de typisch Leidse winkelstraten Herenstraat en Van ’t Hoffstraat. De voorstellen (amendementen) liggen inmiddels klaar. Dat zullen wij ook doen voor de enige PDV-locatie van de stad aan de Lammenschansweg.
Rest mij aan te geven dat de belangrijkste graadmeter voor toekomstbestendigheid van winkelgebieden, de omzet is. En die omzetten zitten op de Lammenschansweg, de Van ’t Hoffstraat en de Herenstraat wel goed. Geen reden tot schrappen dus!
Over de bril waardoor gekeken is bij het opstellen van de visie, zijn kanttekeningen te plaatsen. De bril die is opgezet is de bril van het regionale perspectief. Alle winkelgebieden in de Leidse regio, ruim 40 in totaal, zijn met elkaar vergeleken. In de retailvisie wordt de aanname gedaan dat de consument net zo makkelijk op de Lange Voort in Oegstgeest als in de Van ’t Hoffstraat in Leiden winkelt. Wie inzoomt ziet dat dat een verkeerde aanname is. Er is nauwelijks iets regionaals aan de Van ’t Hofstraat of de Herenstraat. Dat zijn winkelgebieden die een sterke binding hebben met de wijk waarin ze liggen. Dat geldt ook voor de Oranjegalerij in Leiderdorp of de Beatrixstraat in Rijnsburg. Dat je het centrum van Leiden langs de regionale meetlat legt is te begrijpen, maar Leidse boodschappenstraten niet. Volgens mij moeten we die in een regionale visie buiten beschouwing laten.
Een andere bril waardoor gekeken is, is de bril van landelijke consumententrends. Toegegeven, daar ontkom je niet aan. Pop-up stores en brandstores schieten als paddenstoelen uit de grond en zijn kansrijk voor het centrum van Leiden. Webwinkels nemen een deel van de markt over. Echter, waar aan voorbij gegaan wordt, is dat er ook een hele grote onderstroom aan consumenten is die teruggaat naar het ambachtelijke winkels, met service en maatwerk. Met vakkennis en beleving van een breed assortiment dat je ook nog eens kan proeven. Een stroom die niets heeft met het anonieme ketenbedrijf of de nog anoniemere webwinkel. Geen snelle hap voor hen, maar kwaliteitsproducten gekocht bij de ambachtelijk vakman die kennis heeft van zijn product en vraagt of het wellicht een onsje meer mag zijn. Aan de waarde van deze ambachtelijke winkeliers, die je vindt in straten als de Herenstraat en de Van ’t Hoffstraat, gaat de Retailvisie voorbij. Ook aan de sociale functie die deze winkels spelen in de wijk trouwens. Die rol is helemaal niet meegewogen in de retailvisie maar o zo belangrijk!
En dan is er nog de Lammenschansweg, de enige PDV-locatie in Leiden. PDV staat voor Perifere DetailhandelsVestiging. Ofwel detailhandel die zich traditioneel niet in het centrum maar aan de randen van de stad vestigt. Detailhandel die volume nodig heeft en afhankelijk is van goede bereikbaarheid. Neem een bouwmarkt, een Intersport of een interieurzaak. Die kunnen hun concepten niet kwijt in de beperkte vierkante meters in het Leidse centrum. Die hebben de ruimte nodig. De Lammenschansweg is de enige locatie in Leiden waar genoemde winkelconcepten gevestigd zijn. Het is in vergelijking met de andere PDV-locaties als Wooon en de Baanderij in Leiderdorp en de Rijnekeboulevard in Zoeterwoude is de Lammenschansweg een kleine speler. Het aantal vierkante meters tikt er nog net niet de 10.000 aan. Wooon heeft er ruim 35.0000. Rijneke nog veel meer. Landelijk is er een trend zichtbaar dat winkels op PDV-locaties het slecht doen. Geluiden dat Wooon in Leiderdorp op sterven na dood is zijn hardnekkig en worden steeds luider. De Lammenschansweg daarentegen doet het qua omzetten gewoon goed!
Er zit een saneringsopgave in de PDV-locaties om leegstand te voorkomen. In de Leidse Regio is de saneringsopgave ongeveer 30.000m2. Het voornemen is om de Lammenschansweg op te geven zo staat in de Retailvisie. Daarmee zouden we dus 9.000 saneren, lang niet voldoende. Maar waarom De Lammenschansweg? De omzetten zijn goed, winkels zitten er vaak al decennialang en het is de enige PDV-locatie in Leiden. Die ook nog eens goed loopt. “We plegen euthanasie op de verkeerde patiënt” zei een van de insprekers. En daar slaat hij volgens mij de spijker op zijn kop. Zou het niet veel verstandiger zijn om Wooon te saneren? Daarmee haal je meteen de saneringsopgave en verlos je Wooon direct uit haar lijden. En daarmee behouden we een gezonde PDV-locatie aan de Lammenschansweg!
De discussie over de toekomst van Leidse winkelgebieden zal op donderdag 17 maart in de Leidse Raadscommissie Werk & Middelen losbarsten. Een ding kan ik alvast verklappen: Het CDA is blij met de retailvisie en vindt het ook een goede basis voor de toekomst. Echter, wij zullen strijden voor ondernemerschap in Leiden en dus strijden voor het behoud van de typisch Leidse winkelstraten Herenstraat en Van ’t Hoffstraat. De voorstellen (amendementen) liggen inmiddels klaar. Dat zullen wij ook doen voor de enige PDV-locatie van de stad aan de Lammenschansweg.
Rest mij aan te geven dat de belangrijkste graadmeter voor toekomstbestendigheid van winkelgebieden, de omzet is. En die omzetten zitten op de Lammenschansweg, de Van ’t Hoffstraat en de Herenstraat wel goed. Geen reden tot schrappen dus!